February 17, 2011

Overstromingen en wederopbouw

Eiland IJsselmonde is sinds de eerste bewoning een groot aantal keer overstroomd. Veel van de vloeden die gedocumenteerd zijn, troffen natuurlijk niet alleen het gebied dat nu eiland IJsselmonde heet, maar een veel grotere regio tot soms de hele omgeving van de Noordzee, inclusief Engeland en België. Door de krachtmeting tussen de Noordzee en bedijkers heeft in het laatste millennium een serie moerassige eilanden kunnen uitgroeien tot een zwaar verstedelijkt en verdedigd eiland.

Vanaf de 12e eeuw vond waarschijnlijk de eerste bedijking plaats; sindsdien worden er ook overstromingen gerapporteerd. Naarmate het gebied dichter bewoond en bewerkt raakte, werd het eiland beter bedijkt en werden de overstromingen desastreuzer. Een aantal overstromingen heeft grote betekenis gehad voor het ontstaan van Eiland IJsselmonde, haar bestuurlijke organisatie, de stichting van dorpen, nieuwe vormen van de polders, en het ontstaan van waterlopen. Door overstromingen werden grenzen verlegd. De herbedijkingen vroegen om een financiers en organisatie. Na herbedijking kregen gebieden soms een nieuwe naam. Eiland IJsselmonde wordt pas sinds 19e eeuw zodanig genoemd. Daarvoor bestond het gebied uit drie afzonderlijke delen: het westelijke deel was onderdeel van heerlijkheid Putten, het midden en noordoostelijke deel vormde de Riederwaard, en het zuidoostelijke deel de Zwijndrechtse waard. De laatste herbedijking, de ophoging van dijkring 17 en de aanleg van de Deltawerken, heeft er uiteindelijk toe geleid dat de overstromingsrisico’s op eiland IJsselmonde het laagst zijn van alle bedijkte gebieden van Nederland.

1288 St Aagthenvloed

Op 5 februari 1288, naamdag van de heilige Agatha, was er een zware stormvloed in Zuid-Holland waarbij duizenden slachtoffers vielen. Dit is drie maanden na de veel grotere Sint-Luciavloed, waarbij in Nederland tussen de 50.000 en 80.000 doden vielen, de Waddenzee werd gevormd en de Zuiderzee zijn definitieve vorm kreeg.

Over het herstel van de schade de Riederwaard en de bijkomende kosten ontstaat een meningsverschil. Graaf Floris V, toenmalig heerser over het gebied, besloot dat het herstel van de dijken moest geschieden op de kosten van de gemeenschap. Door deze nieuwe omkading en bedijking van steeds nieuwe stukken land ontstaat in de jaren rond 1300 het huidige Eiland IJsselmonde. Graaf Floris V bevestigd 4 jaar later een vonnis over het onderhoud van de dijken in deze gebieden. Wanneer een ambachtsheer niet bij machte zou zijn de dijk te onderhouden, vervallen al zijn rechten ten gunste van de Graaf, iets wat inderdaad plaatsgevonden heeft. Zo werden de dijken in de Rijerwaert onderhouden en verhoogd. Graaf Floris V werd in 1296 door de edelen vermoord.

voor 1300

1374: Valentijnsvloed

De Valentijnsvloed vond in 1374 plaats, als onderdeel van een reeks overstromingen die de Riederwaard teisterden. De verwoestingen waren zo groot, dat de Riederwaard pas in 1759 weer volledig was teruggewonnen.
Op 2 februari 1373 braken de dijken van Riederwaard en overstroomde het volledig. Dijken bij Barendrecht en Bolnes bezweken. Het dorp Riede ging ten onder en de meeste inwoners verdronken. De aangerichte verwoestingen door het water waren enorm en rivieren hadden grote delen van hun beddingen verlegd. Een jaar later, toen nog niet alle schade hersteld was, braken de dijken bij de Valentijnsvloed van 14 februari 1374 opnieuw. Slechts enkele delen konden worden veilig gesteld voor verdere overstromingen, zoals de Zwijndrechtse Waard in het oosten en het Land van Poortugaal in het westen met daartussen nog enkele fragmenten. De rest van het land werd lange tijd als verloren beschouwd. Op 9 oktober 1375 kwam de derde overstroming. De Riederwaard met de nederzettingen Ridderkerk, Pendrecht, Donkersloot, Riede en Rhoon gingen verloren. De polder Donkersloot werd definitief gescheiden van de Alblasserwaard. Wonen in de Riederwaard was niet meer mogelijk en de inwoners, teruggetrokken op de Pruimendijk en de Waaldijk, moesten helpen om de Zwijndrechtse waard weer voor bewoning geschikt te maken. Dwars door het land stroomde zelfs een rivier, de Koedood, die pas twee eeuwen later kon worden bedwongen.

Dertig jaar na de ramp zag hertog Albrecht in dat een totale herbedijking van de Riederwaard onmogelijk was en in 1403 verzocht hij de grondeigenaren om over te gaan tot gedeeltelijke herbedijking. Een jaar later, in 1404, werd het huidige Oud-Reijerwaard herwonnen. Met deze herbedijking wed ook het huidige dorp Ridderkerk gesticht. De stichting van het tegenwoordige Barendrecht viel samen met de bedijking van de Binnenlandse Polder in 1483. Tussen 1404 en 1759 ( in totaal 365 jaar!) is de Riederwaard stukje bij beetje weer ingepolderd.

1400

1421 St Elisabethsvloed

Op 19 november 1421, de naamdag van Sint-Elisabeth, vond de Tweede Elisabethsvloed plaats. Deze ramp werd veroorzaakt door een zeer zware noordwesterstorm, gevolgd door een zeer hoge stormvloed. De dijken braken door, waardoor delen van Holland en Zeeland overstroomd raakten. Tijdens deze vloeden werden 72 dorpen met duizenden inwoners door het water verzwolgen. Zeker 2.000 mensen kwamen om. Ook de Zwijndrechtse Waard en de Riederwaard overstroomde. Door de Hoekse en Kabeljauwse twisten werden de dijken niet goed onderhouden; hierdoor bezweken de dijken voor de kracht van het water.

Het dijkherstel na de Elisabetsvloed vlotte niet erg, onder andere door de twisten en de agrarische crisis. Dijkherstel was duur en de betrokken ambachtsheren stonden niet te popelen om in deze crisistijd land te verwerven tegen een dure prijs. In 1424 werd de Zwijndrechtse Waard vrij snel opnieuw bedijkt. De Riederwaard bleef echter onder water staan ondanks vrijstelling van schulden. Pas in 1440 werd de grond opnieuw ter bedijking uitgegeven waarna de grote Reijerwaardse polder achtereenvolgens in kleinere en grotere polders werd ingedijkt; de laatsten pas in de 18e eeuw.
Op 10 Januari 1424 roept Johan van Beyeren, zoon van hertog Albrecht, iedereen op die meent rechten te hebben in de Riederwaard, om met hem over een nieuwe dijk te spreken. Johan van Beyeren wilde het werk wat zijn vader ooit begon in de Riederwaard afmaken. In 1425 sterft hij echter ten gevolg van een vergiftiging. Het overlijden van van Beyeren was niet bevorderlijk voor de dijkaanleg in de Riederwaard. Het duurde dan ook nog 16 jaar totdat de nieuwe dijk rond Nieuw Rijsoord gereed was. Men probeert niet opnieuw de Grote Waard te bedijken; daarmee is de Grote Waard definitief afgeschreven en ontstaat zo de Hollandsche Biesbosch.

1500

1570 Allerheiligenvloed

Op 1 november 1570 worden de Nederlandse en de Vlaamse kust geteisterd door de Allerheiligenvloed. Een lange periode van storm brengt het water tot ongekende hoogten. Talloze dijken aan de Hollandse kusten begeven het, waardoor zich enorme overstromingen voordeden die van Friesland tot Zeeland een reusachtige ravage aanrichtten. Het totale aantal doden, als we het buitenland meerekenen, moet boven de 20.000 hebben gelegen. Tienduizenden mensen werden dakloos, veestapels werden verzwolgen en wintervoorraden vernietigd.

Op het eiland IJsselmonde overstroomden Zuidland, Korendijk, Rhoon, Poortugaal, Oude Vliet, Pernis en Charlois. Langs de Albrandswaardsedijk bij Poortugaal is onder aan de dijk een wiel te vinden, dat tijdens de Allerheiligenvloed is ontstaan.

1600

1700

1800

1850

1905

1953 Watersnoodramp

In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 voltrok zich de Watersnoodramp. Door het samenvallen van zware noordwesterstorm en springtij overstroomden grote delen van Zuidwest Nederland, waardoor meer dan 1800 Nederlanders om het leven kwamen. Ook in Engeland, België, Duitsland en Ierland vielen slachtoffers als gevolg van de storm en hoge waterstanden. Op eiland IJsselmonde zijn ‘slechts’ 10 doden gevallen, ondanks het feit dat dit één van de meest dichtbevolkt delen van het rampgebied vormde. De polders rond Rhoon en Poortugaal, het Noordereiland en delen van Zwijndrecht, Hoogvliet, IJsselmonde, Pendrecht, Ridderkerk liepen onder water. Door langdurige blootstelling aan hoogwater, raakten de dijken verzadigd. Door de storm zette de watermassa grote druk op de dijken en deze werden plaatselijk overspoeld. Op de plaatsen waar de dijken uiteindelijk bezweken zijn, bleek dat de schade vooral was ontstaan aan de binnenlopen en kruinen: de verzwakking was van binnenuit opgetreden.

Na de watersnoodramp zijn de deltawerken aangelegd, en de dijken op deltahoogte gebracht. Op eiland IJsselmonde werd in 1955 werd hiervoor het waterschap “De Dijkring IJsselmonde” opgericht, uit 17 polderbesturen en waterschappen. Op het eiland IJsselmonde werd besloten het bestaande dijktracé van de hoofdwaterkeringen te versterken en te verhogen. Vooral aan de zuidkant van het eiland waren de dijken grotendeels onbebouwd, dus deze werden als eerste op deltahoogte gebracht. Op veel andere plekken moest de dijkbebouwing wijken, zoals bijvoorbeeld de watertoren van Oud-IJsselmonde. Ook werden de getijdehaventjes van Hoogvliet, Poortugaal, Barendrecht, Heerjansdam en de Develhaven afgesloten. De werkzaamheden werden in 1993 officieel voltooid. Op de dijk in Bolnes, een paar honderd meter voorbij de grens met Rotterdam-IJsselmonde staat een kunstwerk ter herinnering van deze voltooiing.

1953

2010

more from similar articles: