February 21, 2011
Boerderijen op IJsselmonde

Op de (voormalige) eilanden ten zuiden van Nieuwe Maas en Noord, op IJsselmonde, het Eiland van Dordrecht, Voorne-Putten, de Hoekse Waard en Goerree-Overflakkee, hebben de boerderijen een sterk van de rest van de provincie afwijkende vorm. Het beeld wordt bepaald door immense schuren met veelal lagere aangebouwde woonhuizen, die architectonisch volstrekt op zichzelf lijken te staan. Hooibergen komen niet voor.
Op deze zeekleigronden overheersde van oudsher het gemengde akkerbouwbedrijf. Vanaf het midden van de zeventiende eeuw nam echter vooral de graanbouw in belang toe. Aan de bedrijfsgebouwen werden daardoor andere eisen gesteld dan in de overige delen van de provincie, waar men zich juist op de veehouderij toelegde. Bij de akkerbouwbedrijf had men vooral behoefte aan opslagruimte voor de oogst, dorsvloeren, paardenstallen en graanzolders.

Verspreiding verschillende types over het eiland
Hallenhuis
Het oudste type boerderij is het hallenhuis. Van oorsprong is het een langgestrekt, driebeukig gebouw met de deel in het midden en de stallen aan weerszijden. De deel vormt het hart van het bedrijf. Via de deel wordt het vee in de stallen gevoerd, wordt de oogst binnengehaald om opgetast (een tas is een hoop) te worden en op het gedeelte dat een houten vloer heeft, wordt het graan gedorst. Naar gelang deze deel is georganiseerd, kan men een hallenhuis categoriseren. Typisch voor het hallenhuis is het ankerbalkgebint. De boerderijen waren ooit allemaal met stro of riet gedekt en hadden lemen vakwerkwanden. Verstening van de muren en opkomst van de dakpan is een ontwikkeling van de laatste paar eeuwen, toen de welvaart op het platteland steeg.
In het Overmase - de eilanden IJsselmonde, de Hoekse Waard en Voorne-Putten - heeft het hallenhuis zich ontwikkeld tot de Overmase dwarsdeelvorm, een variant waarbij de deeldeuren zich in de langsgevel bevinden. Een dwarsdeelschuur dankt zijn naam aan het feit dat de deel ontsloten worden in de langsgevel, de deel staat dan dwars op de gevel. Een van de oudste voorbeelden van de Overmase dwarsdeelvorm ligt in het gehucht Carnisse onder Barendrecht en is gebouwd in 1620. De gele IJsselsteen is weliswaar gepleisterd, het riet van het wolfdak grotendeels door pannen vervangen, stal en ramen zijn gemoderniseerd, maar de hoofdopzet is behouden gebleven. In de loop van de zeventiende eeuw blijkt de akkerbouw te zijn opgebloeid, want in deze tijd ging men hier over tot de bouw van grotere hofsteden. In het woongedeelte werd veelal een langsgang tussen de hoofdruimten en de nevenvertrekken opgenomen, de zaadzolder (hier werd het zaad bewaard voor het zaaien in de komende lente) kreeg door het verder optrekken van de zijgevels borstweringen en de hoger geplaatste en steilere kap liet nog ruimte over voor een tweede zolder en een vliering.

Hallenhuis, oude Overmase vorm

Hallenhuis, jongere Overmase vorm
Vlaamse schuur
De overheersende positie van de dwarsdeelschuur heeft in het westen echter niet lang geduurd, want uit historisch kaartmateriaal blijkt dat in het begin van de zeventiende eeuw de Vlaamse schuur vanuit het zuiden binnendrong om al snel het oudere type te vervangen. Een Vlaamse schuur is een langsdeeltype, daar de deel parallel aan de gevel, langs, georganiseerd is. Het woonhuis is smaller dan de schuur, of wordt asymmetrisch voor de schuur geplaatst. De Vlaamse schuur wordt gekenmerkt door een driebeukige plattegrond met langsdeel en de portaalvormige houten draagconstructie (de gebinten) met overstekende opgelegde balken.
De laatste stap in de ontwikkeling binnen de Vlaamse schuurgroep bestond uit een vereenvoudiging van de vierbeukige plattegrond. De afstand tussen de gebintstijlen werd hierbij verkleind. De langsdeel, waarvoor dus geen plaats meer overbleef tussen de stijlen, kwam in díe zijbeuk te liggen, welke in het vorige stadium voor oogstberging diende en in verband met de bestemmingswijziging derhalve verbreed moest worden. Op deze manier verplaatst de deel van het midden, zoals bij het middendeellangstype, naar de zijkant en deze nieuwe variant op het langsdeeltype heet zijlangsdeeltype.

Vlaamse schuur, middenlangsdeeltype

Vlaamse schuur, zijlangsdeeltype
Bronnen, noten, referenties
Landelijke bouwkunst Zuid-Holland, Stichting historisch Boerderij-onderzoek, Arnhem 1994